In de dissertatie “Dialoog, meer dan een pacificatie-instrument” is de centrale vraag of het van overheidswege inzetten van de dialoog als pacificatie-instrument en het tegen elkaar afzetten van debat en dialoog recht doet aan de oorspronkelijke filosofische betekenis van het begrip dialoog – de dialoog als moreel geladen kennisbron. Hiertoe wordt ingezoomd op twee gezichtsbepalende dialooginitiatieven die de gemeente Rotterdam in de periode 2001-2006 heeft ontplooid: de Dag van de Dialoog en de Islamdebatten.
Door de verschillende dialoogbegrippen van Martin Buber en Emmanuel Levinas op een nieuwe manier met elkaar te verbinden, wordt geconcludeerd dat niet het individu en de eigen identiteit in de dialoog centraal staan, maar het appèl dat een ander in een dialoog op jou doet. Dit ‘humanisme van de andere mens’ kan helpen de gescheiden wegen van confrontatie en pacificatie zoals die nu in Rotterdam gevolgd worden als twee werkzame polen van de dialoog te beschouwen.