Vers gras tussen de regels
Het was op 1 november 1989 dat Rómario de Souza Faria Eindhoven betoverde met zijn drie doelpunten voor PSV tegen Steaua Boekarest. Alweer 35 jaar geleden, maar voor menig voetballiefhebber een onvergetelijk Europacupduel.
Het is één van de vele voetbalwedstrijden en andere al dan niet sportgerelateerde belevenissen die in het kort of wat uitvoeriger worden aangehaald in ‘Willem, Obiku moet erin!’ En hoe. Het is niet voor niets dat de ondertitel ‘Krankzinnige vertellingen in het spoor van de voetbalreiziger’ luidt. Het boek staat vol met wat voetballers kleedkamerhumor zouden noemen, al blijft het lastig om grappen na te vertellen, je moet erbij zijn geweest.
Henk Evenblij is de voetbalreiziger, die een jaar of dertig verbonden is geweest aan de sportredactie van De Telegraaf. En de zeventiger was niet bepaald een grijze muis. Dat maakt zijn bundel van avonturen die traveller en cowboy-Henk meemaakte erg leuk om te lezen, al gaat het wel van de hak op de tak en is het niet altijd even duidelijk welke schrijver welk hoofdstuk heeft verzorgd.
Eén rode draad is wel duidelijk: het was nooit saai met Evenblij, die, hoe flauw ook, zijn naam echt eer aan deed. Zijn leven en arbeidsethos stonden altijd in het teken van humor, maar werden ook gekenmerkt door zijn collegialiteit en uiteraard zijn trouw aan De Telegraaf. Evenblij was overal kind aan huis, vooral bij Feyenoord waar hij vaak te vinden was als clubwatcher van de wakkerste krant van ons land. Hij kon lezen en schrijven met bijvoorbeeld Wim van Hanegem.
Onbevangen als geen andere sportverslaggever trok hij eens de stoute schoenen aan door naast de toenmalige trainer van Feyenoord op de bank te zitten. Hij had zich tijdens ‘Spartak Moskou uit’ voorgedaan als sportarts van de Rotterdamse club en nam tussen de reserves plaats. Plotseling stond hij op en riep: ‘Willem, Obiku moet erin!’. De grapjas had niet in de gaten dat de Nigeriaan al in het veld stond. We zullen het erop houden dat zijn zicht was beneveld door een scheut wodka.
Hij kwam ook bij voetballers over de vloer. Evenblij werkte in een tijd dat je adressen van spelers kon opzoeken in bladen als Voetbal International. Kom daar nu nog eens om. Eén van de voetballers die (in een wakkere bui) de voordeur open deden voor Evenblij, was Rómario. ‘Zelfs’ een dag na de (sportieve) eruptie van de PSV’er tegen Steaua. Het leverde een spraakmakende reportage op, omdat de Braziliaan zijn ploeggenoten Sören Lerby en Wim Kieft ervan beschuldigde, dat ze hem oversloegen en over hem roddelden in de kleedkamer.
Wat de krantenlezers werd onthouden maar wat in het boek niet ontbreekt: de beschrijving van zijn bezoek aan huize Rómario. Toen Sieb Oostindie en hij de spits vroegen wat zijn hobby’s waren, keek de kleine spits eerst schalks in de keuken, waar zijn toenmalige vrouw stond te koken. Drie keer raden wat hij behalve cola drinken nog meer antwoordde… Evenblij memoreert ook een wedstrijdbespreking die hij mocht bijwonen van Sparta (voor het glorieuze Europacupduel met Hamburger SV). Vandaag heeft de pers alleen vrij toegang tot de toiletten, voegt hij er veelbetekenend aan toe.
De primeurjager en zijn collega’s waren evenmin vies van een verzetje, zo lezen we. Natuurlijk moesten ze hard werken en op tijd hun verhaal doorbellen of doorsturen. Daarvoor en daarna was er geregeld tijd voor drank en vrouwen. In Evenblij’s elfde boek wordt ook bevestigd wat veel mensen al wisten: de columns die ondertekend door Johan Cruijff in De Telegraaf zijn verschenen, werden lang niet altijd door de voormalige nummer 14 zelf bedacht en op papier gezet, maar door redacteuren van dit dagblad, zijn ghostwriters. Henk had er ooit een in ‘een paar tellen’ gemaakt. Met de absolute goedkeuring van de meester zelf, uiteraard.
‘Willem, Obiku moet erin!’/Krankzinnige vertellingen in het spoor van de voetbalreiziger/Diverse auteurs, onder wie Henk Evenblij en Sieb Oostindie/Uitgeverij: Trichis/ISBN: 978-94-92881-89-2/prijs: 22,95 euro
Tekst: Hans Janssen