Geen geplaag meer in je moestuin
15/05/18 om 14:10 – Bijgewerkt op 30/05/18 om 14:25
Hoe voorkom je dat slakken, rupsen, luizen en andere plaagdieren je moestuin kaalvreten? In het nieuwe ‘Plaagdierboek’ leert Suze Peters hoe je ze – zonder giftige stoffen – te lijf kan gaan.
Een tuin, zowel een sier- als moestuin, is ingrijpen in de natuur. Je lokt door je gewassen dieren naar je tuin die de natuurlijke processen verstoren. Sommigen krijgen het zo naar hun zin dat ze zich gaan misdragen en plaagdieren worden. ‘Plaagdierboek’ helpt je de diertjes beter te leren kennen, wat zorgt voor meer begrip en tolerantie. Daarnaast legt ze uit hoe je het ecologisch evenwicht op een natuurlijke manier kan terugvinden.
Wij selecteerden uit het boek 8 tips om de plaagdieren op een veilige afstand te houden:
1. Vergroot de weerstand van de planten door een gezonde bodem (met voldoende voedingsstoffen zoals mineralen en sporenelementen) en een actief bodemleven. Houd de bodem zoveel mogelijk bedekt met planten en strooisel om te voorkomen dat de voedingsstoffen wegspoelen. Gebruik geen kunstmest, hiermee verjaag je wormen (natuurlijke bodemverbeteraars).
2. Door in de groentetuin elk jaar een ander plekje voor je gewassen te kiezen, voorkom je dat diertjes uit eventueel gelegde eitjes meteen opnieuw kunnen toeslaan.
3. Maak gebruik van het effect dat een bepaalde plant heeft op zijn buren. Sommige planten ruiken zo sterk dat ze de geur van hun buren overstemmen, bv. boerenwormkruid, citroenmelisse, knoflook en tijm. De plaagdiertjes raken verward en vliegen door.
4. Maak je tuin aantrekkelijk voor natuurlijke vijanden van de plaagdiertjes. Zo eten zweefvlieglarven bladluizen. Wespen voeren hun jongen bergen vlees. Om volwassen insecten aan te trekken heb je voornamelijk stuifmeel en nectar (bloemen) nodig. Vogels eten ook heel wat dierlijke eiwitten. Leg een steen dicht bij je moestuin zodat merels en spreeuwen makkelijk de slakkenhuizen kunnen kraken. Lok vogels met nestkastjes en voedsel. De spitsmuis helpt ook kevers, slakken, pissebedden, wormen en spinnen te vangen. ’s Nacht kan je rekenen op vleermuizen en egels. Deze laatste helpt om de strooisellaag van schadelijke diertjes te ontdoen.
5. Versper de toegang tot de plant door rondom schelpen, eierschalen, cacaodoppen, dennennaalden of scherp zand te strooien zodat enkel de allermoedigste slakken eroverheen raken.
6. Verwijder de diertjes vroeg in het seizoen handmatig om te voorkomen dat de populatie te sterk toeneemt.
7. Verwijder bij fruitbomen dood hout en aangetaste takken en fruit en wikkel een plakkende strook rond de stam zodat bv. mieren niet naar boven kunnen kruipen.
8. Je kan slakken-, wespen- of feromonenvallen installeren. Deze laatsten lokken enkel de mannetjes zodat er minder gepaard kan worden.
Als niets helpt, kan je als laatste redmiddel grijpen naar biopesticiden. Opvelt.be/biopesticidenkan je je hierover goed informeren.
Tekst:Elli Van Boxem