BN/De Stem – De Mythe

BN/DeStem, 19 februari 2010, door Leo Nierse 

 

De bedwelmende ‘mythes’ van Rinus Boidin Breda – Medicus Rinus Boidin (62) staat met beide benen stevig op de grond; hij oogt als de vleesgeworden nuchterheid. Gelukkig maar, want als anesthesioloog van het Amphiaziekenhuis moet hij tenslotte hordes operatiepatiënten ‘wegmaken’ – en het is wel de bedoeling dat die ook terugkomen. Welnu, aan dat front geen klachten over de sinds 1983 in Breda woonachtige Zeeuws-Vlaming. Ook in theoretisch opzicht staat de aimabele anesthesist zijn mannetje. Zijn jarenlange ervaring als researcher resulteerde in een honderdtal publicaties op medisch gebied. Bovendien mag Boidin gelden als een van de geestelijke vaders van Amphia’s gereputeerde MRI-afdeling, waarvoor hij – als ‘ontzettende bèta’ – veel pionierswerk heeft verricht. Allemaal feiten die vertrouwen inboezemen. Een mens zou zich spontaan voor eender welke operatie aanmelden, als hij maar door Boidin met diens kalme zelfvertrouwen onder narcose gebracht zou worden..

 

Even bedwelmend, maar van een heel andere orde, is een gesprek met de arts over zijn hobby, geschiedenis. En dan vooral de historie van de eerste duizend jaar na Christus. Want even zelfverzekerd zet Boidin daarin de gangbare geschiedenis volledig op zijn kop. Totdat het zijn gesprekspartner duizelt. Want de aanloop naar het moderne West-Europa in het eerste millennium heeft zich volgens de Bredase geneesheer heel anders voltrokken dan onze school- en studieboeken altijd vermelden. 

 

Om de beuk er maar meteen met Germaanse rauwheid in te gooien: Bonifatius is helemaal niet in 754 te Dokkum vermoord. Dat kon ook niet, want het huidige Friesland lag destijds nog onder drie meters Noordzeewater. Het oorspronkelijke Friesland lag zó zuidelijk, dat de Engelse missionaris in werkelijkheid in het huidige Noord-Frankrijk is omgebracht, aan de oevers van de Borre. “Op die plek staat toevallig wel een toepasselijk kruisvormige elektriciteitsmast”, vertelt Boidin met geanimeerd aplomb. Het is maar een enkel voorbeeldje, want de man kan moeiteloos talrijke historische ‘misvattingen’ opsommen. Dat doet bij dan ook in het boek De Mythe, dat hij vandaag publiceert. Het is een bewerkte bundeling van een artikelenreeks waaraan Boidin in ’81 begon en waarvan een groot deel eerder verscheen in De Semafoor, het periodiek van de in Bavel zetelende Studiekring Eerste Millennium. Nu is de SEM zelf ook een club van hoogst eigenwijze tot tegendraadse academici, die uit onverholen wantrouwen jegens de bestaande geschiedschrijving een controversieel historicus als wijlen Albert Delahaye (1915-’87) hoger aanslaan dan de middeleeuwse auteurs, die namens hun opdrachtgevers valse voorstellingen van zaken zouden hebben gegeven.

Zelf stoelt Boidin zijn ‘alternatieve benadering’ vooral op een vergelijkende analyse van Franse, Duitse, Engelse en Nederlandse histories van landstreken (niet van landen). De Franse bronnen slaat hij het hoogst aan, de Duitse het laagst. “Sowieso gaapt er een gat van zevenhonderd jaar tussen Karel de Grote en Karel V.” Boidins pogingen dat gat te dichten, leveren fascinerende lectuur op. Al riskeert hij onbedoeld, de oude ‘mythes’ door nieuwe te vervangen. Want hoe snel interpretatiefouten gemaakt zijn, illustreert de auteur zelf met zijn alinea over de Bredase stadshistorie. Hollander Jan van Polanen een Vlaming uit Poperinge? Engelbrecht I van Nassau die zijn schoondochter huwde, nadat zijn eega (Johanna van Polanen) die hem drie jaar overleefde, jong gestorven zou zijn? Dat zijn wonderlijke alternatieven voor feiten uit onverdachte bronnen. Maar, die stammen dan ook uit het tweede millennium.

 

‘De Mythe. Een alternatieve benadering van de middeleeuwse geschiedenis van West-Europa’ – M.P. Boidin. Van Ierland Uitgeverij (€ 19,95).

Andere berichten

Je winkelwagen is momenteel leeg.

Terug naar winkel